zaterdag 3 januari 2015

Dieren tekenen

Hallo,

Opnieuw hebben we voor het vak Beeld een opdracht gekregen om te tekenen, maar deze keer waren het dieren.
Het was de bedoeling om dieren te tekenen op verschillende manieren.




Van de docent kregen we een aantal voorbeelden van dieren en een soort stappenplan van hoe je het best begint te tekenen.
Ik heb nooit geen tekenles gevolgd maar tekenen is wel iets wat ik graag doe.
Natuurlijk lukt het niet altijd even goed.
Ik ben niet vlug tevreden met een tekening, dus heb ik ook sommige dieren vaak opnieuw getekend.
In totaal had ik 12 verschillende dieren.

Groetjes, 

Nu is het aan ons!

Hallo allemaal,

In de les Taalvaardigheden kregen we uitleg van onze docent over een dialectonderzoek dat we moesten uitvoeren. We zaten allemaal al meteen met veel vragen, liepen soms al een beetje voor op de zaken, maar na veel uitleg gekregen te hebben, heeft iedereen begrepen hoe het in elkaar zat. 

Het was een enquête die we moesten afnemen bij kinderen van 10, 11 of 12 jaar. 
De bedoeling was om 10 chatconversaties van de kinderen te verzamelen.
Natuurlijk werd er rekening gehouden met de privacy van de kinderen en de ouders moesten ook zeker hun handtekening zetten, om aan te tonen dat ze instemmen met het gebruik van het chatmateriaal. 
Ik vond het niet zo eenvoudig om een chatgesprek te vinden dat voldeed aan mijn enquête, omdat kinderen van deze leeftijd niet rap gebruik maken van lange conversaties.
Maar uiteindelijk heb ik wel gevonden wat ik zocht.
Groetjes, 

Stop de tijd!

Hallo allemaal,

Stop de tijd is een artikel dat geschreven werd door Mathias Lefebvre en Peter Dejonckheere. 
Het vertrekpunt van dit onderzoek was de aflevering 'School en kinderspelen' van het 'Woordenboek van de Vlaamse Dialecten'. Andere beschikbare onderzoeken werden zeer lokaal gehouden en zijn eigenlijk nooit in een grotere regio ingebed. 
Dit onderzoek wil aan die leemte tegemoetkomen en bouwt daarom ook verder op het bestaande onderzoek naar lexicaal dialectverlies in het woordveld kinderspelen.

De centrale onderzoeksvraag is duidelijk en luidt:
Hoe zit het met de dialectkennis en het dialectgebruik in verschillende regio's in West- en Oost-Vlaanderen? Welke rol spelen sociale variabelen hierin?

De beste methode om dit onderzoek uit te voeren, was observatie.
Door het dagelijks spreken van mensen te analyseren,tref je het meest spontaan taalgebruik aan.
Die methode was niet haalbaar, daarom de mondelinge enquête. 
Deze methode heeft als voordeel dat de interviewer meteen kan bijsturen en vragen stellen.
Bij deze methode wordt er vanuit gegaan dat iedere informant een bepaald taalgebruik heeft dat niet meer zo veel is geëvolueerd sinds zijn adolescentie. 

In totaal werden er 3104 mondelinge enquêtes afgenomen. 
Alles werd grondig nagekeken. 
Indien de ouders of gezinsleden van een andere streek afkomstig zijn, dan is de kans ook groot dat het dialectgebruik van de informant beïnvloed is.
Deze data is dan ook onbetrouwbaar en werden uit het onderzoek verwijderd. 

De resultaten van het onderzoek zijn:
Hypothese 1: Hoe ouder een spreker is, hoe hoger hij scoort op dialectgebruik en -kennis. 
Hypothese 2: Mannen scoren op dialectgebruik en -kennis hoger dan vrouwen.
Hypothese 3: Hoe hoger opgeleid een informant is, hoe lager hij scoort op dialectgebruik en -kennis. 

Dit is een korte samenvatting over het artikel, indien je graag het artikel uitgebreid zou lezen, kan je op deze link hieronder drukken.